Impressie van dag 2 van Festival Oude Muziek Utrecht 2024
Op dag twee van het wereldvermaarde Festival voor Oude muziekliefhebbers te Utrecht mocht ik een drietal concerten bijwonen. Het eerste vond plaats in zaal Hertz van TivoliVredenburg en werd verzorgd door het Ricercar Consort. De oude muziek-nestor Philippe Pierlot leidt dit ensemble al enige decennia en bespeelde op deze middag de viola da gamba. Daniel Zapico verwisselde bijna elk stuk de theorbe voor de gitaar, terwijl Giovanna Pessi een tripelharp bespeelde, heel fraai contrasterend met de gitaarmelodieën. Enkele malen speelde het drietal een instrumentaal werk, maar meestal zong Yetzabel Arias haar partij mee en hóe! Zij vertolkte het 15e eeuwse repertoire met hart en ziel en besteedde daarbij aandacht aan uitspraak, dictie en ondersteunde de teksten met theatrale gebaren. Koppel daar nog eens een dijk van een stem aan, met een vleugje Flamenco en het feestje was compleet. Nu eens spuugden haar ogen vuur, dan weer leek zij in diepe droefenis gedompeld te zijn.
Het concert van vijf uur speelde zich voor mij af in de Jacobikerk. Daar was een groot gezelschap bijeen: vijf vocalisten en dubbel zoveel instrumentalisten. Op het programma stond het vermaarde Cancionero de la Colombina, weliswaar gecomponeerd in de renaissance, maar met af en toe barokke trekjes, zoals muzikaal leider en gambist Fahmi Alqhai als toelichting op de toegift verduidelijkte. In deze ruime akoestiek was het welluidendheid alom, nu weer eens puur vocaal, soms schaars begeleid, dan weer instrumentaal of met alle vijftien tegelijk. Natuurlijk deed de uitvoering van Niña y viña mij weer terugdenken aan de gouden tijden van Hespèrion XX, maar de levendigheid van dit ensemble, compleet met percussie en blazers, deed zeker niet onder voor die Catalaanse helden.
Het avondconcert was grensverleggend op meer dan een front. Zo verspreidden de kleine dertig zangers en zelfs menige van de vijftien instrumentalisten zich al lopend met verlichte blamuziek over de gehele zaal, zodat je als luisteraar regelmatig ogen te kort kwam. Bij andere edities van dit Festival werd er al vaker gespeeld met de ruimte, maar dit vergde een ware choreografie. Het eerste gedeelte van het ruim 80 minuten non-stop spektakel werd ingevuld met een samengesteld mis van verschillende componisten, als Alfonso X en Machaut, maar ook… Stravinski. In het tweede gedeelte was andermaal Alfonso de wijze aan bod, maar nu afgewisseld met werk van de 20e eeuwse Maurice Ohana. In de toelichting van de onvolprezen Marcel Bijlo stond een geloofwaardige argumentatie voor deze keuze te lezen, maar ik vroeg mij in stilte toch af: ga ik naar een oudemuziekfestival om 20e eeuwse componisten te beluisteren? Technisch viel er niets op de voorstelling af te dingen: het koor zong wonderschoon en spatzuiver, er werd het nodige gedaan met het toneelbeeld (een schijf met geprojecteerde afbeeldingen, die ook nog kon draaien en licht gaf), maar toch…
Geschreven door: Koen Edeling
Foto's van: Marieke Wijntjes
Gezien op: 24 augustus 2024