header7

 

AMSTERDAM, Muziekgebouw aan ’t IJ, zondag 23 februari 2025. Dag van de Engelse barok. Skip Sempé (klavecimbel), Phantasm (gambaconsort) en Vox Luminis (solisten, koor en orkest)

Het Festival Oude Muziek is nog lang niet aangebroken, maar de Dag van de Engelse barok in Utrecht én Amsterdam kun je gerust een minifestival noemen. Een ook jaarlijks terugkerend festijn, dit keer gewijd aan muziek uit de Engelse laatrenaissance en barokperiode

Skip Sempé
We beginnen ’s middags, met een recital door de Amerikaanse klavecinist, dirigent, musicoloog en kunsthistoricus Skip Sempé. Amsterdam is bekend terrein voor hem, want hij studeerde er af, bij Gustav Leonhardt.
Volgens het programmaboekje vermengt hij in zijn spel ‘nonchalance en kracht’, zoals op het recital zowel grootschalige meerstemmigheid (polyfonie) als eenvoudige zettingen van populaire melodieën klonken. De overkoepelende titel ‘Vurige virginalisten’ dekte dus niet helemaal de lading van dit aan de in 2024 overleden Colin Tilney, de Engelse klavierspeler en muziekpedagoog opgedragen concert op klavecimbel en – inderdaad – virginaal.
Voor nonchalance zou je misschien eerder grote interpretatieve vrijheid kunnen lezen. Alsof Sempé soms ter plaatse aan het improviseren sloeg. In enkele grootse werken van William Byrd (die wel de vader van de Engelse muziek wordt genoemd) zelfs in een bedachtzaam, maar altijd vrij tempo. Op virginaal klonk zijn spel nu eens verhalend, dan weer beeldend; in een anonieme Galliard uit de 16de eeuw zag je in je verbeelding in mooie kleding uitgedoste mensen als het ware zelfs statig dansen.
Maar wat was nu dat ‘uitgesproken Engelse karakter’ waar Sempé het in het programmaboekje over had? “Dat is er niet echt”, antwoordde hij zelf in zijn mondelinge toelichting bij het matig bezochte concert. “Er zitten genoeg Franse- en Italiaanse invloeden in deze muziek. Je kunt ze zó aanwijzen." Wat natuurlijk ook kwam door de voorkeur die Karel II voor Franse muziek had.

Phantasm
De titel voor het concert door Phantasm (drie bespelers van de viola da gamba in verschillende liggingen) was raak gekozen: ‘Polyfonie voor drie’. Consortmuziek dus uit de tijd van koningin Elizabeth I tot en met Joh. Seb. Bach (!), die immers op deze polyfone traditie voortborduurde.
Ook hier werd, net als door Sempé maar dan bescheidener, met verschillende tempi binnen een stuk gespeeld. Of – zoals in het programmaboekje stond – enkele werken werden "zonder maatstrepen gespeeld om de natuurlijke vrijheid van de stemmen te benaderen”.
Phantasm is een ensemble dat alle lof verdient en een stuk als het Flat Consort nr. 1 in c, For my cousin Kemble van Matthew Locke, werd ongeëvenaard subtiel gespeeld. Maar waarom kregen veel stukken nog in meer of mindere mate een oplawaai (crescendo) mee op de slotnoot? Een kwestie van smaak, maar het kwam wat gedateerd over.

The Fairy Queen
The Fairy Queen van Henry Purcell was een mooie samenvatting en afsluiting van de Dag van de Engelse barok. Enerzijds typical English door dansen als hornpipe en jig, en anderzijds vol Franse en Italiaanse invloeden, maar dan minder ‘gepoederd’ dan in het origineel.
De masque of semi-opera werd opgevoerd met scenografie van Meike Lauwers, verteld door Simon Robson en gespeeld en gezongen door het Vlaamse Vox Luminis van Lionel Meunier, die hier volstond met zingen (bas) en blokfluitspelen. Dat wil zeggen dat we ruim drie uur muziek kregen te horen van de bovenste plank; het totale stuk, inclusief toneel naar A Midsummer Night’s Dream van William Shakespeare, zou zo’n vijf uur in beslag hebben genomen …
Er viel geen zwakke schakel te bekennen, noch bij de zangers noch bij de instrumentalisten.. De scenografie betrof een schaduwspel op een groot scherm (met bewegende beelden) en een klein scherm (met stilstaand beeld), die in het laatste geval door de bekende acteur en schrijver Robson werden verwisseld. Onder meer de hele flora- en faunawereld kwam erop voorbij, soms twee-aan-twee als in de ark van Noach.
Het was een grotendeels ingetogen uitvoering (opvoering is wat teveel gezegd) met enkele kolderieke accenten (Mopsa en Corydon, Hymen en de twee ladies). Het publiek in de uitverkochte zaal luisterde ademloos.

Presentatie Scratch
Wat was gedurende de dag nog meer ontroerend? Dat was toen in de entreehal tussen twee  concerten door de presentatie plaatsvond van de Engelse barokscratch, een projectkoor van zo’n tachtig mensen dat in zeer korte tijd (van 10.30-15.00 uur) werken van Purcell en John Blow had ingestudeerd.
Zij begonnen met Thou knowest, Lord van Purcell onder leiding van de in het programma niet vermelde dirigent James Arthur. (De andere dirigent was Helen Ashby). Om kippenvel van te krijgen.

 

 

Geschreven door: Els van Swol
Foto’s van: Foppe Schut en Marco Borggreve
Gehoord op: 23 februari 2025

 

vandaag 37

gisteren 153

deze week 709

afgelopen maand 2070

tot nu toe 396381

Kubik-Rubik Joomla! Extensions


Hier adverteren? Bij afname van een recensie: 1e maand gratis!

daarna € 17,49 per maand 


museumaalten-add
singingvoices-add
Berts Music productions